Beste mensen, het is niet te doen om alle aantekeningen uit mijn dagboek te verwerken. Ik zal dat later nog wel eens doen. Een paar aardige ontmoetingen wil ik nog wel kwijt:
In een tankstation te Groesbeek, waar het me lukte om na twee pogingen een kop koffie uit de automaat te halen,
raakte ik aan de praat met een grijsbebaarde meneer uit Mook die later Willem van de Pol (geboren 1938?) bleek te heten en gewoond heeft aan de Paasbergerweg te Ede en eveneens ook op de Paasbergschool heeft gezeten (nog op de oude lokatie). Zijn vader had een klein winkeltje. We hebben allerlei Edese verhalen met elkaar gedeeld! "Ach meneer, die gereformeerden....."
Op de Waalbrug te Nijmegen werd ik aangesproken door een sympathiek echtpaar, dat onmiddellijk zag dat ik op weg was naar S. de C . De man zei iedere keer dat hij het "prachtig" en "schitterend" vond.
In een gasthuis te Ottersum heb ik lekker mogen meedineren met andere gasten: Monique Moes en haar twee zonen Lex en Max. Zij fietsten het Pieterpad van Maasstricht uit. Erg gezellig. Monique heeft als dokterassistente ook even twee blaren vakkundig behandeld! Met dank!
In Afferden op de camping ontmoette ik Dolph en Rieka die in etappes op weg zijn naar Rome. Dolph heeft enkele jaren geleden ook gelopen vanuit Vézelay en kan daar nog steeds schitterend over vertellen. Ik merkte aan hem dat hij veel spiritueler ingesteld is tijdens het reizen dan ik. Ik moet het pelgrimeren dan ook nog leren en de dingen op mijn weg meer op waarde leren schatten. Wat denk je van het opschrift op de Martinuskerk te Gennep "Ik ben er..." , waarvan ik de betekenis pas veel later besefte.
In het begin moest ik erg wennen aan het alleen zijn. Het doet echt wat met je. Je staat meer open voor contacten en gesprekken met anderen en dat leidt tot heel waardevolle gesprekken. Je gaat ook in toenemende mate met jezelf in gesprek (ik doe dat wel als er geen andere mensen bij zijn!).
's Nachts, bij mooi weer, slaap ik in mijn kleine tentje. Ik noem het steeds mijn hondenhokje. Enkeldaks, dus als het niet waait en tocht, is de binnenkant 's morgens vaak net zo nat als de buitenkant!
Een ander leuk detail bij het lopen met de rugzak is dat ik allereerst mijn blouse in de broek doe (ik ben dat niet gewend!), daarna de broek zeer hoog tot bijna in de oksels optrek, om daarna de rugzak om te hangen. Doe ik dit niet dan zakt daarna mijn broek af. Het leuke van dit alles is dat ik daarbij steeds moet denken aan die foto's van de bosarbeiders van 50 jaar geleden in het Linschotense bos: grote broeken, hoog opgehaald, klein bovenlichaam en de armen in rust naast het lichaam hangend. Het waren waarschijnlijk Gert de Jong, Arie de Leeuw en Theo Meier. Och, die goeie ouwe tijd! Ik ga die foto beslist nog eens opzoeken.
P.S. Piet, wat vervelend dat je nu toch weer problemen hebt met je been. Sterkte! Laten we hopen dat het mee gaat vallen.